Gendertaal op de dansschool.

Eerder had ik het al over genderneutraaltaal. Taal over gender waar ik over nadacht. Maar soms denkt mijn kind ook na over taal. Of heeft er dan in ieder geval wat over te zeggen.

Skylar zit op dansles. Niet te verwarren met balletdansen overigens. Er is een wezenlijk verschil tussen ballet en het soort dansen wat hij doet. Mijn zoon is een spring in het veld. Een wat onhandige stuiter bal die zelden stil zit, vanalles interessant vind en overal haantje de voorste wil zijn om met zijn mooie blauwe ogen op te kijken naar de leraar en te vertellen hoe zijn dag was. Of dat het gras door zijn nieuwe bril blauw was, en hij een mier op zijn hand had laten lopen en wist je dat je een fidget spinner op je neus kunt laten draaien? Met die zaken in ons achterhoofd leek het ons niet zo’n goed idee als we een sport zouden kiezen waarbij de oefeningen gaan over balans en concentratie. (Mogelijk speelde bij die bestelling mee dat ondergetekende ooit balletles had, en dat daar een juf van de oude stempel bij was, eentje met een rietje, wat je moest helpen rechterop te staan, maar mij vooral trauma’s bezorgde omdat ik niet stil genoeg stond -Goh, van wie zou Sky dat toch hebben?-, maar daar praten we liever niet over.) Bij de plaatselijke dansschool werd er jazzdans gegeven. Daar moest je nog steeds pasjes leren, maar ging het meeste van de les over rondrennen op muziek. Zelfs het pasjes leren werd onder muzikale begeleiding gedaan, waarbij het niet leek uit te maken of je de helft van de tijd de andere kant uit keek, of halverwege de pirouette op je bips neerplofte. De perfecte les voor dus ons kind, waar hij al twee jaar met veel plezier naar te gaat.

Vragen over gendertaal.

Toch heb ik vorig jaar geklaagd. Over de dansjuf. Zij noemt de hele groep dansende kinderen consequent ‘meiden’ en ik vond dat weinig gender inclusief voor mijn dansende zoon. Na een kort gesprekje vond zei dat eigenlijk ook en werd de aanspreekvorm (in ieder geval als ik in de buurt was) veranderd in ‘meiden-en- Skylar’.

Nu heeft mijn zoon geklaagd. “Mama, de juf zegt eigenlijk altijd ‘meiden en jongen’. Of ‘meiden en Sky’ en ik vind dat eigenlijk helemaal niet zo leuk.” Oké. Dat kan lieverd. Wat zou je dan willen dat ze zegt? “Ik wil dat ze gewoon “meiden” tegen me zegt.”

Is het meer dan dat?

Nu kun je denken “Oh. Aha. Tuurlijk, dat kan. Gaan we regelen, komt goed.” Einde verhaal.
Maar een woord is nooit zomaar een woord. Niet in huize van Delft. Het veranderen van een woord zou zomaar kunnen betekenen dat er meer achter zit, een bedoeling, een gevoel. Zeker woorden over gender, of refererend aan gender zouden zomaar meer kunnen betekenen dan dat ze zijn, of dan toch zeker meer dan dat ze zijn in een doorsnee gezin met cisgender kinderen. Zelfs al zou een woord gewoon als woord bedoeld worden, dan nog ga je als ouder van je genderkind onbewust op zoek naar betekenissen achter het woord. Je wilt het als ouder graag goed doen. Want stel nu dat er een bedoeling achter het woord zit en jij, de belangrijkste verzorger van je gendercreatieve kind, mist dat.. Daar zou wel eens ellende van kunnen komen. *)

Zou hij hiermee aan willen geven dat hij toch meer neigt naar meisje worden? Dat hij zich niet meer prettig voelt als jongen-in-een-jurk en liever volledig als meisje door het leven wil?

Bedoeld hij hiermee dat hij het gevoel heeft buiten de groep te staan als dansman in een klasje met verder alleen meiden en wil hij gewoon graag erbij horen, iets wat mogelijk bemoeilijkt wordt als hij elke keer word aangesproken op zijn ‘andersheid’?

Of zoek ik zaken in dingen die er niet zijn en is in dit geval een woord gewoon een woord? Gezien mijn overactieve brein en altijd aanwezige neiging tot verbanden leggen natuurlijk niet geheel ondenkbaar, misschien vindt hij ‘meiden’ gewoon leuker klinken?

Wat ís zijn gender eigenlijk?

Het is daarbij ook niet altijd heel duidelijk waar ons kind staat in genderzaken. Drie dagen na deze uitspraak zat hij op een pony te hobbelen (Als verjaardagscadeau vroegen wij dit keer eens een ervaring in plaats van meer plastic meuk voor in huis. Hij koos Glow Golf en Paardrijden en had gisteren de laatste van drie lessen op de plaatselijke manege.) en verbeterde de instructeur vol verbazing toen die riep “meiden, we gaan zo weer draven.” Alsof het overduidelijk en niet te missen is dat Sky onder al zijn roze glitters vanbinnen nog een jongetje is.

Maar als we het hem rechtstreeks vragen dan is de keuze altijd vrouwelijk, de kleedkamer altijd paars en de wc er eentje zonder pisbak (behalve als hij een badpak aanheeft, want dat is toch wel handig dat je kunt plassen zonder het hele ding uit te hoeven trekken zeg..). Zegt hij dat omdat hij denkt dat wij dat willen horen? Omdat hij denkt dat er van hem verwacht wordt dat hij kiest voor een meisjeskleedkamer als hij een badpak aanheeft? Of is dat daadwerkelijk waar hij zich beter bij voelt? Was de uitspraak op de manege een Freudiaanse verspreking die aangeeft waar zijn gendervoorkeur daadwerkelijk ligt? Of maak ik dat ervan omdat ik er nog steeds vanuit ga dat het met dat meisje worden wel losloopt?

Soms is een woord gewoon een woord.

Uiteindelijk zei ik natuurlijk gewoon “Weet je wat, daar gaan we het eens met de juf over hebben. Als jij dat graag wilt, dan kan dat vast wel.” Waarna mijn kleine man na een “Oké” wegrende om met zijn vriendinnen te gaan spelen. Kinderen kunnen zaken zo mooi loslaten. De gedachten over het woord spelen zich vooral af in de beslotenheid van mijn hoofd, of eventueel in kleine avond uurtjes op de bank met Jurre (Heeft u ook zo de onhebbelijke neiging om je zaken die je wilt bespreken pas te herinneren als je eigenlijk naar bed moet..?).

Gelukkig is hij nog maar zes, en hoeft er voorlopig nog geen gender gekozen te worden. Bovendien is het vakantie, is er pas in september opnieuw dansles en is, wie weet, een woord in deze toch maar gewoon alleen een woord. En zo niet? Nu ja, dan is hij voor nu een jongentje in een jurk, in de meidenkleedkamer, dat het fijn vind als de juf hem bij de meiden laat horen. Zolang we hem duidelijk blijven maken dat alle genderopties open staan zal het allemaal wel goed komen.

*) Hersenen van moeders **) doen niet aan relativeren. Tenminste, niet als het op de eerste paar minuten denken aankomt en als dat denken gericht is op het welzijn van de belangrijkste reden tot het voortbestaan van de moeder als soort: het kind. Dan neemt een oerinstinct de overhand: de moeder hormonen. Dus heb je binnen no-time de meest gruwelijke scenario’s bedacht als je kind vijf minuten te laat thuis is, zie je beren en pestkoppen op de weg als je kleintje niet in die ene klas bij die ene juf mag komen, en zie ook ik hier structureel bedoelingen achter woorden. Stel je voor dat je als oermoeder net níét zag dat er een leeuw achter een struik stond.. Hap, slik, foetsie kind. Je kunt maar beter in elke beweging een roofdier zien. Dat is waarom de mens zo goed is in split second conclusies trekken. Rationeel nadenken komt altijd later.

**) Vaders/Verzorgers/Pleegouders/Oma’s etc. reken ik in deze ook even tot de ‘moeder’ categorie.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *