Badperikelen, deel 3

Achteraf was er nauwelijks iets om me druk over te maken, zoals dat vaak gaat achteraf. Maar druk maakte ik me natuurlijk toch.

We waren bizar vroeg naar het zwembad getogen, zodat ik Skylar in een relatief rustig kleedkamer kon omkleden. Tenminste, dat was het idee. Aldaar aangekomen leek het me tijd om hem eens te vragen in welke kleedkamer hij eigenlijk wilde zijn. Niet dat de seksen heel nadrukkelijk gescheiden zijn met de zwemlessen – niemand zegt er iets van als er meisjes in de jongensruimte zitten-, maar er zíjn wel jongens en meisjes kleedkamers. In die laatsten waren wij eigenlijk nog nooit geweest, wel wist ik dat ze een mooie paarse deur hadden. Het was dus niet heel verwonderlijk wat mijn zoon zou kiezen.

Als we dan eenmaal in de kleedkamer zitten heb ik de neiging hem zo snel mogelijk in dat badpak te hijsen. Zeker als er een ander meisje binnenkomt, eentje uit Sky zijn groepje nog wel. Ik voel haar ogen in mijn nek, en lijk op de vraag ‘waarom heeft Skylar een zwempak aan?’ te wachten, die overigens helemaal niet komt. En al kwam die, wat zou dat eigenlijk? Het is niet alsof ik die vraag niet al 1000x heb beantwoord. Maar vandaag wil ik hem niet. Mijn zoon zelf lijkt nergens mee te zitten. Hij danst vrolijk van me weg als ik wil helpen met uitkleden en begint gek te doen met grote broer Finnley. Kortom, hij gedraagd zich precies als alle andere dinsdagen. Op dit moment heb ik daar totaal geen geduld voor. Ik wil hem eigenlijk zo snel mogelijk in dat zwempak hebben, het liefst met zijn rug naar de andere mensen toe. Tegelijkertijd ben ik me er bewust van dat dit eigenlijk onzin is, en probeer ik het niet te doen. Het is mij duidelijk dat vooral ík me ongemakkelijk voel, en hij helemaal niet.

Het badpak is gauw aan en alles zit na enig frutten goed op zijn plek. Maar dan moet hij naar de wc. Ojee. Dan moet het ding weer uit. In mijn hoofd ben ik druk bezig om te bedenken of we naar het vrouwen of het mannentoilet moeten, wat is handig, wat is wijsheid? Mijn mannetje besluit daar niet op te wachten en terwijl ik twijfel staat Sky al bij de pispotten te hannessen met zijn zwempak. ‘Mam! Kom eens helpen!’

Erm.. ‘Tuurlijk lieverd!’ en ik steven alsof het de normaalste zaak van de wereld is het heren toilet in. Godzijdank is er verder niemand. We wurmen hem eruit en er weer in en ik laat hem voor de zekerheid flink op een neer springen en zijn benen wat strekken. Ja, alles zit echt, écht goed. Terwijl we terug lopen naar de kleedkamer bespreek ik met hem dat hij, als hij dat zou willen, met een badpak aan ook naar de meisjeswc mag. ‘Misschien is dat makkelijker, omdat je nu moet zitten, en daar zijn meer hokjes’, probeer ik mijn ongemak over een jongen in een badpak in de jongenswc naar hem te verklaren. Waarom voel ik me hier zo ongemakkelijk over? Wat is er nu anders dan toen hij voor het eerst een rok aandeed naar school? Geen idee eigenlijk, en daarover nadenken kost me nu veel te veel mentale energie. Ik moet tenslotte een kind veilig de zwemles in helpen.

Voor het eerst sinds maanden blijf ik bij hem in de douche tot de deur open gaat. Ik kijk hem na tot hij naar de bank loopt. Ik zoek achter elke beweging zenuwen.  Achter elke blik een pestkop. Keek dat ene meisje niet net even te lang? Waarom staat Sky nu te wachten voor de bank? Voelt hij zich ongemakkelijk? Zegt dat ene jongetje nu iets naars? Waarom staat hij zo lang de andere kant op te kijken? Ik draal zo lang bij de deur dat een van de zwemleraren mij vragend aankijkt. ‘Mijn zoon is voor het eerst in een badpak, en ik vind het nogal spannend.’, leg ik uit, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is, en net zo gewoon als de eerste dag bij de peuterspeelzaal. De badmeester, een jonge stagiar, lijkt dat zowaar ook te vinden en belooft een oogje in het zeil te houden.

Eenmaal op de tribune aangekomen lijkt de leraar zich aan zijn afspraak te houden en zegt heel kort iets over Skylar en zijn badpak. En dat is dan dat. De les begint, Sky zwemt net als altijd, de helft van de tijd met zijn hoofd erbij en de andere helft van de tijd afgeleid , andersom of ondersteboven en giechelend. Alles blijft zitten hoe het hoort, en bij het afdrogen komen er geen opmerkingen van andere kinderen of ouders. Mijn zoon lijkt zich totaal niet bewust van mijn ongemak, noch van het feit dat hij in een badpak een beetje een bijzonderheid is. Eenmaal aangekleed is hij gewoon buiten rondjes aan het rennen met andere kinderen terwijl ik de tas in pak.

Kortom: Missie geslaagd.

Over vier dagen is het zaterdag. Dan heeft hij weer zwemles. Met een andere meester, en andere kinderen. Als ik me nu voorneem om me op zijn vroegst op vrijdag pas druk te gaan maken, zou dat werken?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *