“Mama, ik wil niet meer Skylar heten. Ik wil Roos heten.”
We zaten op de fiets van school naar huis. Finnley was op het schoolplein achtergebleven met vriendjes en een voetbal, en wij waren met z’n tweetjes knus onderweg naar warme thee en koekjes.
‘Erm.. Okay.. Tuurlijk lieverd.’ Het bleef even stil. ‘Wat is er eigenlijk mis met Skylar?’
“Skylar vind ik stom. Roos vind ik wel leuk.”
Het zweet brak me uit. Hij wil Roos heten! Wat moet ik hier nu mee?!…
Even voor de mensen zonder kinderen -of de mensen met kinderen die nooit deze wens geuit hebben- , een andere naam willen is heel normaal. Een flink aantal kinderen hebben ooit geroepen ‘Mama, ik vind Marieke/Ester/Nikki/Johan/Mike maar stom! Vanaf morgen heet ik Marianne/Arwen/Nakoma/Jantje/Piet!’ Dochter Lyka heeft rond haar zesde jaar weken achtereen beweerd dat ze Pocahontas heette en dat ik niet haar moeder was maar de grote zus van Pocahontas moest zijn. Enig rondvragen in mijn vriendenkring leerden mij dat bijna alle vriend innen als kind een andere naam wensten, sommigen zelfs elke week een andere. Ook ik was als kind totaal niet gecharmeerd van de naam waarmee ik gedoopt was. Kortom, niets om je druk over te maken dus.
Maar.. Sky is een genderkind.
Sky roept elke week wel een keer dat hij een meisje wil worden. Meestal op een moment waarna hij scheten latend, in zijn blote billen rennend, zwaardvechtend door het huis vliegt, dus meestal denk ik daar niet heel veel verder over na. We leggen hem uit dat het kan, meisje worden, als hij ouder is, en dat is dan dat.
Nu is er echter die naam. Die naam voelt ineens, net als dat zwempak, als een ding. Waar ik bij een ander kind daar niets achter zou zoeken ga ik me nu afvragen of ik er wel iets achter zou móeten zoeken. Betekent dit dat hij wel degelijk in transitie wil? Is de wens om echt meisje te worden dan groter dan wij dachten? Wil hij geen Skylar meer heten omdat hij zich ongelukkig voelt met zijn naam, met zijn lijf, met zijn zijn?
Eigenlijk wil ik weten waaróm hij geen Sky meer wil heten, zonder de nadruk te leggen op het begrip jongens- en meisjesnamen. Want stel nou dat ik onverbloemd vraag of hij Roos wil omdat dat een meisjesnaam is, heb ik hem dan al niet in een hokje geduwd? Dat impliceert immers impliciet dat je als jongetje dús geen Roos kunt heten. Jeetje, het is wel ingewikkeld allemaal. Na enig nadenken en het raadplegen van mijn facebookvriendjes vraag ik hem welke namen hij nog meer leuk vind. ‘Vlinder. Of andere bloemen. Maar toch vooral Roos’
Oké. Meisjesnamen dus.
Twee dagen lang gebeurt er niets, Sky begint er niet over, en wij ook niet. Als hij daarna opnieuw vraagt of we hem Roos willen noemen besluit ik ter plekke het advies van een vriendin toe te gaan passen: Waarom Ook Niet.
Hij is pas vijf tenslotte. Laat hem lekker Roos heten, gewoon, eventjes, hier thuis. Als hij daar nou gelukkig van wordt.
Dat stemmetje in mijn achterhoofd wat zegt dat je, als je in transitie gaat, beter een naam met je eigen voorletters kunt kiezen en dat ik Roos eigenlijk een hele stomme naam vind en Oh My God, wat nou als hij nooit meer van Roos af wil en wat nou als hij wel in transitie gaat en wat nou als hij niet en wat als, en als, en als, dat zetten we even uit.
Maar laat ik het blaadje met alvast gegooglede meisjesnamen met een S nog maar wel even bewaren.