Adviesgesprek bij de genderpoli van het VUmc

 

Dinsdag hadden we onze laatste afspraak van het diagnostisch traject bij het VUmc. Dit adviesgesprek bij de genderpoli was bedoeld om ons te vertellen wat ze gezien hebben bij Skylanne in de afgelopen maanden en wat hun adviezen zijn voor de toekomst. Het was op het heerlijke tijdstip van 9 uur ’s morgens gepland, zodat we om 7 uur al in de auto zaten ondanks eventuele files toch op tijd te zijn.

 

De wachtkamer van het ziekenhuis

Zoals dat gaat als je ruim de tijd neemt vanwege files, dan zijn ze er niet. Zo zaten we dus amper een uur later al in de wachtkamer van het ziekenhuis. Te kaarten, met de onvermijdelijke warme chocomelk. Voor de mensen zonder kinderen is het misschien goed als ik even een ‘wachten met kleine kinderen 101’ cursus geef. Je neemt mee: genoeg drinken, genoeg te eten (het liefst hartig, knabbelbaar en langdurend. Niet van die hap-slik-weg-druifjes, maar zaken als wortels en lange stukjes komkommer. Anders hebben ze na drie happen weer niets te doen en van niets doen krijg je maar honger).

Voorts een stuk of wat boeken of tijdschriften, (het liefst die die je kind nét niet super leuk vind, omdat ze vind dat er te veel letters in staan, maar niet zó oninteressant dat ze er te snel op uitgekeken zijn. Kom niet in de verleiding om lievelingsboeken mee te nemen. Die hebben vaak veel te veel plaatjes en zijn zo uit.) Een kleurboek met stiften is altijd een goed idee, of als je kinders hebt die kleuren maar saai vinden: een stickerboek. Wij hebben het fantasy friend boekje, én kleuren én stickeren, daar blijft ze minstens tien minuten mee zoet. Dan nog een kaartspel om mee te kunnen pesten samen en als je het echt niet meer weet heb je in je broekzak nog je goed opgeladen telefoon. (Met batterypack, zodat je zeker weet dat hij na een uur netflixen ook nog genoeg stroom heeft om je werkdag mee aan te kunnen.) Heb vooral niet de illusie dat jij in een tijdschrift kunt gaan bladeren terwijl je kind wacht. Bereid je voor op voorlezen, verliezen met kaarten (waarom heeft zij altijd die ene joker?!) en honderd keer de vraag ‘hoe lang duurt het nog?’ beantwoorden.

Tijd voor het gesprek

Na goed verliezen bij tafelvoetbal met een propje (er was geen bal) worden we gehaald door de psycholoog. We laten Sky met enige instructies (Daar is de wc. Jij blijft hier. Wij zijn daar. Hier is je tas met boeken. Je mag maar één nieuwe chocolademelk halen) achter in de wachtkamer en gaan ons gesprek in.

De psycholoog begint met het doornemen van de diagnostiek. Wat hebben ze nu eigenlijk gezien bij onze dochter?
We zien een levendig en vrolijk kind, zo werd er gezegd. Een geboren jongen die heel graag een meisje wil zijn en zich ook als meisje presenteert.*) Ze legt een vel papier op tafel met de criteria van genderdysforie.**) en neemt ze stuk voor stuk met ons door.

DSM-5 criteria van genderdysforie

Het VU doet, zoals we weten, aan goed flink en gedegen onderzoek.***) Er is in de afgelopen weken uitgezocht of Skylanne’s gedachten een meisje te willen zijn niet voorkomen uit iets anders, bijvoorbeeld omdat ze intersex is, of een andere psychische aandoening heeft waardoor ze niet goed zou kunnen bepalen welk gender ze is (schizofrenie of een stoornis in de lichaamsbeleving bijvoorbeeld). Dit bleek niet het geval te zijn. Ook willen ze dat de gendergedachten niet van gisteren zijn, en al een tijdje leven bij het kind. Om die reden zit er zoveel tijd tussen de onderzoeken. Er werd dan nog een intelligentieonderzoek gedaan om te kijken of daar rare dingen in naar boven kwamen. Ons kind bleek redelijk gemiddeld, een beetje onder niveau op het een en een beetje erboven op het ander. ****)

Dan die criteria van genderdysforie. Volgens het boekje hebben kinderen dat als:

A. Er een duidelijk verschil zit tussen het hun toegewezen gender en het gender wat zij zelf ervaren, wat blijkt uit:
1. Een sterk verlangen om van het andere gender te zijn, of volhouden van het andere gender te zijn.
2. Bij geboren jongens: een voorkeur voor crossdressing of een vrouwelijke kledingstijl. Bij geboren meisjes: een sterke voorkeur voor typische jongenskleding of het verzet tegen het dragen van meisjeskleding.
3. Een sterke voorkeur voor het zijn van het gewenste gender tijdens rollenspel
4. Een sterke voorkeur voor spelletjes, speelgoed of activiteiten die stereotiep door het andere gender worden gebruikt of uitgevoerd
5. Een sterkte voorkeur voor speelkameraadjes van het gewenste gender
6. Bij jongens: het afwijzen van typische jongensdingen, bv wild spel. Bij meisjes: het sterk afwijzen van meisjesdingen.
7. Een sterke afkeer van de eigen lichamelijke geslachtskenmerken
8. Een sterk verlangen om de geslachtskenmerken van het andere gender te hebben
B. Er is lijdensdruk of er zijn beperkingen in het functioneren (op school/thuis/sociaal) van het kind.

Hoe bepalen ze dat?

De psycholoog vertelde dat ze door de gesprekken met Sky proberen een beeld te krijgen van waar ons kind zich bevind. Zo hebben de vragen ‘ben je liever een tijger of een konijn’ nut om te achterhalen of je kind een voorkeur heeft voor fluffy roze meidendingen, of ook van snelle, ruwe spelletjes houdt. (Naast dat ze het gewoon aan je kind vragen natuurlijk)

Sky was duidelijk overtuigend op 1 en 2. “Stel nu dat wij zeggen dat het niet mag, een meisje worden, en je weer als jongetje moet leven, wat vind je daar dan van?” hadden de mensen van het VU gevraagd. “Dan word ik daar verdrietig van”, had mijn in roze en rokjes uitgedoste meisje gezegd, “en doe ik het stiekem lekker toch.” Nummer 3, 4 en 6 waren wat minder duidelijk. Ze lijkt namelijk op mij, en vind in de modder spelen en bomen klimmen net zo leuk als knutselen en verkleden. Ook is de prinses zijn natuurlijk helemaal te gek, maar dan wel met vlammend zwaard of grote bijl om tijdens het kidslarp monsters in de pan te hakken. *****)

Ze heeft vooral meisjes als vriendjes (nu ja, ze speelt wel degelijk af en toe met jongens. Maar als je het aan haar vraagt zijn jongensdingen ‘stom’. Tot de buurjongens Frits en Jasper komen vragen of ze mee gaat op de zandberg spelen. Ze zijn vooral in haar visie van wie ze wil zijn stom, denk ik af en toe) en vind het vervelend als andere mensen haar piemel zien, vertelde de psycholoog, en zo kregen we een vinkje bij 5 en 7. Het laatste vinkje bij 8 was ook snel gezet. Als het aan Skylanne ligt is ze later een mevrouw met borsten en baarmoeder. Ooit moet ik vast het gespek aan over de haalbaarheid van haar baarplannen, maar voorlopig gebruik ik de snel voortschrijdende medische wetenschap wat als excuus om haar bubbel nog niet door te prikken.

We hadden vijf hele en twee halve vinkjes, zo zei de psycholoog, en daarom kregen we de diagnose genderdysforie.

Advies van de genderpoli

Dan kwam het advies van de genderpoli. Er werd nogmaals benadrukt dat gendergedrag in een jong kind niet noodzakelijkerwijs betekend dat we ook een transgender kind hebben als Sky straks ouder wordt. Verder doet het VUmc nu verder niets. Wij hebben aangegeven op gendergebied geen begeleiding nodig te hebben, en onze dochter is nog te jong om enige verdere zorg op het gebied van pubertetsremmers of iets dergelijks te wensen. Het advies was om haar weer aan te melden tegen de tijd dat ze een jaar of elf is. Kinderen met een jongenslichaam gaan meestal de puberteit in rond een jaar of 12 a 13, ******) en dan is er nog meer dan genoeg tijd om de eventuele wachttijd en de nieuwe onderzoeken door te lopen voordat er echt veranderingen in het lichaam van Skylanne optreden waar ze zich heel naar van gaat voelen.

Nog vragen?

Wij wilden zelf nog weten of ze nog tips hadden om met de af en toe wat ambivalente gevoelens van ons kind richting haar geslachtsdeel om te gaan. Niemand mag het zien, en we mogen er niet over praten, maar als ze de clown uithangt zijn piemel en billen grapjes soms niet van de lucht. Onzekerheid en de lachters op de hand willen hebben (Niets zo grappig als poep, plaas en piemel grappen in een klas vol jonge kinderen immers), of zit daar wat anders achter? Ze hadden er niet echt een antwoord op. Haal een boek over sexualiteit uit de bieb, was het antwoord. Hmm.. Nu ze steeds beter zelf kan lezen was dat misschien geen gek idee. Iets grappigs, met plaatjes, en een hoop humor was misschien wel een leuk idee, waarin je op een speelse manier kan lezen dat geslachtsdelen nu eenmaal bij een mens horen en ook leuk mogen zijn.

Verder adviseerde de psycholoog ons voor Sky op zoek te gaan naar hulp bij het wat meer over haarzelf leren praten. Ze vond zelf iets als PMT wel een goed idee. Een wat meer lichaamsgerichte therapie kan ons kind mogelijk helpen haar gevoelens wat beter te verwoorden, iets waar ze erg baat bij kan hebben als ze straks gaat puberen en haar transgender-zijn haar mogelijk meer in de weg gaat zitten. We hadden zelf dat idee ook al, en hebben een fijne danstherapeut gevonden die daar met Skylanne aan kan werken.

Gesprek met het kind zelf

Tegen die tijd werd het tijd om ons meisje er zelf maar eens bij te gaan halen. Eenmaal in de wachtkamer bleek dat ze daar zelf helemaal niet zo’n zin in had. ‘Ze hebben hier Duck Junior! En Ik heb de mijne nog niet uit!’ Ons advies tot de maximale hoeveelheid chocolademelk was totaal in de wind geslagen, zo was te zien aan de lege bekertjes naast het boek vol doolhoven die ze had ingevuld. Waarom had ik ook al weer zelf een tas met spullen meegesjouwd?

De psycholoog vertelde aan Sky even kort wat ze ook met ons besproken had. ‘Dat betekent dat je hier niet meer terug hoeft te komen. Als je ouder bent, en je dan nog steeds een meisje wilt worden, dan kan je weer terugkomen.’ ‘Gaan we dan nu nog een spelletje doen?’ wilde ons kind gretig weten. ‘Nee. We zijn klaar. Of is er nog iets wat jij wilt vragen?’

‘Mag ik nog een chocomel?’

 

*) Het VU werkt naar de studie dat 80% van de kinderen die nu gendervariant gedrag vertonen dat later misschien niet meer doen. Niet iedereen is het met die studie eens. In die visie willen ze graag dat ouders hun kind steeds weer vertellen dat ze nog wel een ‘jongetje zijn’ en dat het ook echt mag dat ze als jongetjes verder leven. Stel je voor dat er problemen ontstaan als het kind later ‘terug’ wil, is hun idee. Ik ben zelf meer fan van de visie van Diana Ehrensaft van de appels en oranges (Zie hier: lange video, maar wel de moeite waard om te kijken.) en van luisteren naar wat je kind nú wil zijn. Als je jezelf voorhoudt dat gender in beweging mag zijn, dan is er geen angst nodig voor ‘terug’. Ook merken we zelf dat Sky het helemaal niet leuk vind als wij haar steeds vertellen dat ze eigenlijk geen meisje is, omdat het haar stress oplevert. Ons idee is dat we haar (af en toe) vertellen dat er verschillende genders zijn (man/vrouw/agender/genderfluid, dat die niet iets te maken hoeven hebben met wat er tussen je benen hangt en dat we welk gender ze nu is laten voor wat zij zegt nu te zijn.

**) Genderdysforie is een diagnose uit de DSM-5 een boek met psychiatrische diagnoses. Of transgender zijn wel in zo’n boek hoort is onderdeel van debat zo is het wel laatst uit de lijst met psychische stoornissen gehaald in de ICD-11 , maar het VU (en ok onze verzekeraars, geen onbelangrijk onderdeel in het trajact van transgenders) werkt met de DSM. Ik kon zelf geen mooie scan van een Nederlandse versie vinden, maar heb er onderaan foto’s ingezet van voor de volledige lijst, ook van de diagnose criteria voor genderdysforie bij adolescenten en volwassenen.

***) Is dat nodig? Kan dat ook anders? Is het wel belangrijk om elke transgender helemaal horendol te maken met testen om het zeker te weten, of is het vooral een angst het ‘fout’ te doen en moeten we als samenleving misschien dat hokjesdenken in genders wat meer loslaten? Misschien. Sky vond de testen niet perse heel vervelend, en het VU vindt ze noodzakelijk, dus voor nu niet een gedachte die ik verder ga volgen.

****) Voor wie wil, iets meer uitleg. Intelligentie onderzoek werkt met vaardigheden. Je hebt de verbale en de performale vaardigheden. Verbaal gaat over taal en woordenschat, performaal gaat over ruimtelijk inzicht en handelen. Je kunt op een bepaald gebied heel goed zijn en op een ander gebied minder goed, dat is vrij normaal. Het blijft maar een test, en een heel zenuwachtig kind kan uitslag hebben op je resultaten (Zo vond Sky praten tegen weer een nieuwe psycholoog maar niets, en ging de clown uithangen in plaats van antwoord te geven, waardoor haar verbale score nog lager uitviel.) Iets meer uitleg staat bijvoorbeeld hier.

*****) Ik wil wel een keertje een beschuitje eten met de psychologen die die DSM opstellen en vragen waarom die criteria überhaupt zo zijn. Want is speelgoed niet gewoon speelgoed? Waarom moet dat perse in een genderhokje? Of zou het zo zijn dat het écht een kenmerk is van transgender kinderen dat ze extreem uitgesproken spelen met spullen van het gender wat ze graag willen zijn? Zegt dat iets over hoe wij als cultuur spullen aan een gender verbinden, of iets over de transgenderkinderen? Of denk ik nu gewoon veel te veel na…

******) Bij kinderen met mannelijke geslachtskenmerken meten ze dat door de balletjes op te meten. Als die boven een bepaald volume komen is je kind in de puberteit. Iets meer over de lichamelijke meting hier.

6 thoughts on “Adviesgesprek bij de genderpoli van het VUmc”

  1. Dank voor je uitgebreide beschrijving, Taya!

    Dit toont des te sterker dat hier een zichzelf in stand houdende industrie achter zit, met mensen die vinden dat is beter is en dat je vooral Heel Voorzichtig moet zijn. In plaats van het kind volgen en desnoods later weer een andere richting inslaan. Het is hun leven niet dat van die psycho’s! Of van de ouders.
    En het gevecht om de kinderdiagnose uit de ICD-11 te halen gaat vrolijk door. Want zolang ze kind zijn, krijgen ze toch geen medische behandeling (ook bij intersekse zou dat niet moeten – doorgaans)

    1. Dankje! Ik dacht overigens dat ze al bezig waren met de diagnose uit de ICD-11 te halen? of is dat alleen voor volwassenen dan?

    2. Nou, ik denk toch dat genderdysforie niet iets is wat helemaal de bedoeling is. Het lijkt me vrij normaal dat de meeste mensen zich prettig voelen bij het geslacht waarmee ze geboren zijn, anders waren er in de oertijd denk ik heel veel ongelukkige mensen.

      De echte vraag is: waarom is het zo erg als genderdysforie in het DSM staat? Is het erg om een psychische afwijking te hebben? Natuurlijk niet. Het geeft een bepaalde lading, zeker, maar ik denk persoonlijk niet dat het kwaad kan, tenzij je er zelf een probleem van maakt.
      Ik vind het ook niet raar dat er voorzichtig mee om wordt gegaan, een geslachtsoperatie draai je niet zo 123 terug en puberteitsremmers zullen ook zijn weerslag wel hebben op het lichaam.

      Begrijp me niet verkeerd, het is absoluut vervelend en naar dat de wachttijden en het proces zo lang zijn, maar het alternatief is ook niet echt wenselijk denk ik.

  2. Bedankt voor het delen! Inderdaad ben ik het helemaal eens met je opmerking over speelgoed. Ons kind houdt van stoere, stoere muziek en programmeren. Heeft bij geboorte een piemel gekregen en dat voelt niet goed.

    1. Ik las overigens laatst in het blad van de kinder en jeugdpsychotherapie een stuk van een psycholoog van, ik dacht het genderteam zuid, dat die het ook niet helemaal eens was met de manier waarop de vragen worden gesteld, dat het zo gegendered is. Dus ik geloof dat er ook wel professionals zijn die de vraagstelling niet helemaal ok vinden zo 🙂

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *