Het is alweer lente. Nu de enorme windvlagen voorbij zijn voelt het dan ook daadwerkelijk wat meer als lente. Ik hou van de winter en zijn kerstlichtjes en schaatsen, maar als het dan zo’n beetje februari is ben ik ook wel weer toe aan het voorjaarsgevoel. Tijd om Jurre naar zolder te sturen om achter het schot de doos met lente versiersels en paasbloemen vandaan te gaan halen. Een beetje eetkamer voelt al gauw vrolijker met een narcis op tafel, wat plastic vlinders in een paastak en een met chocolade eitjes gevuld vilten mandje, toch? De tafel krijgt bij ons wat extra aandacht, en wordt versierd met de crème de la crème van tafelbeddekkingsland: ons kleur-je-eigen-tafelkleed-kleed. *) Dit is een Van Delft traditie die inmiddels al vele jaren meegaat, en de krabbels toont van een kleine Sky tot de verfsels van een Finnley die net had leren netjes schrijven. We krijgen het ding gewoon niet volgekleurd in één voorjaar. Na pasen vouwen we het ding weer op en stoppen het met de plastic bloemen terug in de doos om volgend voorjaar weer te worden uitgepakt. De kinderen hangen nog maar eens een geschilderd ei in de paasboom als Sky ineens zegt: “ Mama.. Ik wil dit tafelkleed niet. Er staat Skylar op!”
Zitten bij je naambord
Als ik me omdraai zie ik broer en zus aandachtig het kleed bestuderen. Naast de gekrijtte, beverfde en volgestempelde stukken papier blijken er voorgeprinte bloemen te zijn met namen. “Hier zit ….mama…” Door onze kroost uiteraard jaren geleden al beschreven met wie daar dan moest komen te zitten als we daadwerkelijk aan het paasontbijt zouden zitten. (Of we ooit ook daadwerkelijk op die plaatsen aan tafel terecht zijn gekomen valt nog te bezien. In de praktijk is zitten daar waar de lekkerste croissantes liggen belangrijker dan daar waar er een plaatje met je naam ligt.) Maar dat we dat toen bedacht hadden was dus precies het probleem. Járen geleden. Toen wij nog dachten dat onze dochter een zoon was. En die een naam droeg die wij voor onze zoon bedacht hadden.
Die oude naam mag dood
Het gebeurd vaker in de transgender wereld: een hekel hebben aan je oude naam. Op zich vonden wij eigenlijk Skylar **) hardstikke unisex en bijzonder haalbaar voor alle genders. Maar onze dochter vond van niet. Aan die naam kleeft mannelijkheid, vond zij. En eenieder die het horen wilde kreeg te horen dat ze voortaan door het leven zou gaan als Skylanne. Na enige tijd hebben wij dan ook maar besloten dat het niet zo’n groot verschil zou maken als wij naast het voornaamwoord dan ook maar de naam zouden wisselen.i
Niet iedereen wil dat trouwens. Er zijn Ouders die de oude naam nog willen aanhouden, zeker als de naam met enige fantasie wat unisexheid in zich heeft. Niet elk genderkind wil als volwassene verder met een lichamelijke transitie en sommigen vinden tegen hun puberteit dat het gender van het geboortegeslacht toch beter bij hen past. Dan moeten we mogelijk weer terug naar ‘Skylar’ en naar ‘hij’. Is dat meer gedoe? Mogelijk. Maar persoonlijk vonden wij het veranderen van voornaamwoorden eigenlijk meer ‘gedoe’ dan de naam, terwijl ons kind van die nieuwe naam juist súper blij werd.
Naamspullen
Vervolgens komt het moment dat je met andere ogen naar je huisraad gaat kijken. Die bestickerde schoolbekers bjvoorbeeld, waar je van die allerschattigste plakkers voor kocht met de namen van je kinderen erop toen ze naar de basisschool mochten: een no go. Die rugzak, vorig jaar nog uitgekozen in een mooi lichtblauw en roze paardenhoofd met glitters. Én met de oude naam. Er waren oude rapporten, opgehangen oorkondes voor hulppiet, boeken met een naam erin of erop.
Er was de gymtas, en turnkleren, scoutingbloes, winterjas. Daar waar je als goede moeder in de voering of op de flappen een naam had gekalkt omdat je na je eerste kind door had dat zoiets scheelt in het definitief kwijtraken van spullen (ze raken nog wel kwijt, maar de kans dat ze door jou, of door iemand die jou of je kroost kent, weer worden gevonden neemt aanzienlijk toe als je er een naam op zet). Ow wacht, toch niet de scouting blouse, want daar had je bij gebrek aan ruimte alleen initialen in gezet, en die zijn nog gewoon hetzelfde. Halleluja!
Oude foto’s moeten ook weg
Dacht je het nu gehad te hebben? Helaas. Vaak strekt het ongemak van het kind in kwestie zich niet alleen uit tot de oude naam, maar ook tot zaken als oude foto’s. Nu valt het in ons geval wel mee. Ten eerste begon Sky al op vrij vroege leeftijd rokjes leuk te vinden en hebben we dus bakken vol plaatjes van een klein prinsesje, zei het met een hanekam of een spiderman broek eronder. Ten tweede doe ik aan indoctrinatie. Als ik door facebook wordt herinnerd aan leuke gebeurtenissen uit voorbijgegane jaren (en dat gebeurd nogal eens, geneigd als ik ben om de app als een soort dagboek te gebruiken) dan roep ik structureel: “ Sky! Finn! Kijk eens hoe schattig je hier lacht/speelt/fietst/praat!” Waarop ik meestal een kind op schoot krijgt die redelijk vertederd naar een jongere versie van zichzelf gaat kijken terwijl die koppeltje duikelt of de geitjes voert.
Het gevolg van dat al is dat mijn dochter redelijk immuun lijkt voor plaatjes van zichzelf als zoon, tenzij ze er heel mannelijk opstaat. (Zoals die foto van haar op het strand in een Cars zwembroek. Die in het dienblad zit. Nog steeds. Maar ja, wanneer drukt een normaal mens nog foto’s af tegenwoordig…?)
Weghalen die hap!
Mgelijk worden die zaken in de toekomst anders. Je hebt transgender personen die zich heel naar voelen bij praten over hun verleden als ander gender. Behoorlijk wat pubers gaan op enige vorm van dwang over om hun ouders zover te krijgen die schattige familiefoto met oma van de muur te halen waarop hun transzoon in roze jurk te zien is. Niet alle klasgenoten hoeven te weten dat hun vriend ooit met een vagina geboren werd.
Persoonlijk denk ik dat je van zaken geheimhouden vaak nog meer stress krijgt ***), al zou ik geen foto’s van Sky in zwembroek in de woonkamer ophangen. (Dat dienblad staat in de keuken. Op een plank. Waar hij alleen af komt als we het nodig hebben. En die super schattige foto van Sky in de Efteling waarbij hij in zijn monster trui zwaardvecht met de draak hangt in de wc. Dus is heb feitelijk een supergoed excuus om die niet mee te tellen..)
Namen in het verleden
Ik sprak laatst een vriendin die haar naam liet wijzigen als puber. Niet omdat ze transgender is, maar omdat ze vond dat de naam van haar pleegouders beter bij haar pastte. “Denk je ooit nog aan je oude naam?” Vroeg ik haar? “Zelden”, was het antwoord. Het was me al opgevallen dat zij, als ze over het verleden praat, ook haar gekozen naam gebruikte. “Is het niet gek als jij praat over: ’toen gilde mijn moeder natuurlijk ‘Mandy, kom van dat dak af!’, terwijl je toen nog helemaal geen Mandy heette en ze dat dus eigenlijk nooit geroepen heeft?” “Nou, in het begin wel, maar het went”
Je zou zeggen dat het gebruiken van de oude naam, of de oude voornaamwoorden, voor situaties die in het verleden liggen (van voor de naamswijziging van je kroost dus), niet eens zo heel erg vervelend is. De persoon zelf was op dat moment nog de ‘ oude’. persoon, met de oude naam. Sterker nog: De eerste keer dat ik het over mijn tweejarige Sky had en daarbij het woord ‘dochter’ gebruikte, terwijl ze op dat moment in de geschiedenis eigenlijk nog helemaal geen dochter wás, voelde best een beetje vreemd.
Deadnaming
Toch vinden veel transgender personen dat heel erg vervelend. Het gebruiken van hun oude naam voelt alsof je ze niet ziet voor wie ze zijn.
Er is zelfs een woord voor: deadnaming.
Natuurlijk snapt een beetje ouder dat de pestende negenjarige die op de gang “ Hé skyLAR!!” roept en zijn tong uit steekt ongewenst gedrag is. Maar dat deadnaming zich in principe ook uitstrekt tot de oma’s die vergeten de nieuwe naam van hun kleinkind te onthouden, of de leerkracht, die weliswaar de nieuwe naam gebruikt van je transzoon, maar wel structureel ‘zij’ blijft zeggen, daar staan we vaak niet bij stil. Sterker nog, mijn gebruik van haar oude naam hier op de site (hoewel overduidelijk bedoeld om voor de lezer enig overzicht te creëren) is denk ik ook een vorm van deadnaming. ****)
Wat te doen?
Ik denk zelf dat het belangrijk is met elkaar te praten en begrip voor elkaar op te brengen. Als wij maar weten dat onze genderkinderen er last van hebben, en de genderkinderen weten dat wij als familie en vrienden ons best doen, ook al kost het soms wat tijd, dan ben je al een heel eind denk ik. Puur praktisch kan je jezelf corrigeren als je het ontdekt (vinden de volwassen transgenders die ik ken helemaal no problem, juist dat betekent dat je je best doet, zeggen ze dan.), of kan oma misschien proberen of de afkorting van de naam wel haalbaar is, als de nieuwe naam nog te moeilijk is. Met elkaar bespreken wat wel lukt en hoe je je voelt onder wat de ander doet lijkt mij het belangrijkste.
Mijn moederhart weet dat Sky het super irritant vindt om op onverwachte plekken haar oude naam tegen te komen. Transgender zijn is al vervelend genoeg, en erover nadenken is iets waar ze zelden blij van wordt, wat meestal resulteert in dat ze probeert er maar zo weinig mogelijk over te denken. Ergens een naam zie staan van iemand die je eigenlijk nooit echt was is nu niet echt helpend als je niet over je eigen trans zijn wilt denken.
Dood tafelkleed
Dus hielpen wij Skylanne om alle oude namen wat uit huis te krijgen. Helaas blijkt, zoals altijd, dat je zaken vergeten bent. Zoals je altijd in maart nog kerstballen achter de bank vindt, of in juli een verdwaald (en half gesmolten) paaseitje, zo bleken er ook meer SkyLARs door ons huis te zwerven dan we dachten. Op een tafelkleed bijvoorbeeld. Gelukkig had ik in een vlaag van toekomstgheid er drie stuks van meegenomen, en hadden we er nog twee over. Tijd om opnieuw te gaan kleuren.
“Das juist mooi mam”, vertelde Finnley, “want op dat oude kleed hebben we toch maar vooral gekrast, omdat we nog zo klein waren,en nu kunenn we hem echt mooi maken.” Waarna ze in de weer gingen met waterverf om paarse kuikens te creeën en regenboog paashazen met de namen ‘poepjes’, ‘plupjes’ en ‘kakje’. Ik ben benieuwd over hoeveel jaar ze willen dat we dit kleed hernieuwen…
*) Bedekt met plastic folie. Uiteraard. Zelf kleuren is één, maar zo’n kleedje is vaak van dun, nogal makkelijk scheurend papier wat duidelijk niet berekend is op kinderen die ook áán die tafel willen zitten. Zo bedacht ik jaren geleden al dat zoiets het best tot zijn recht komt onder een doorzichtig tafelzeil.
**) Zoals al eerder gezegd zijn onze namen pseudeniemen. Haar echte naam was, hoewel geen Gijs of Johan, iets minder unisex dan het Skylar wat wij voor haar blog kozen, maar nog wel unisex genoeg dat we dachten dat ze daar wel even mee doorkon. Uiteindelijk bleek een vervrouwlijking van de naam de oplossing, en om het hier op Rainbow in my Sky ook begrijpelijk te houden vervrouwelijkte Skylar mee tot Skylanne.
***) Even en passant, ik las over daar laatst een ontzettend mooi boek over, waarin een gezin verhuisd en eigenlijk min of meer vergeet te vertellen dat hun dochter trans is. Je volgt hun reis als gezin en ook de ingewikkelde situatie die uiteindelijk ontstaat als het geheim uiteindelijk gaat uitlekken.
****) Ik doe het toch, vanwege die duidelijkheid dus, en omdat de naam an sich een pseudoniem is. Ook moet ik zeggen dat ik óver je kind praten anders zie dan tégen je kind. Ik denk persoonlijk dat je best met vrienden kunt praten over ‘toen en toen, toen mijn dochter nog een zoon was’. Het maakt dat we ons bewust worden van taal, omdat in mijn geval de zin met ‘zoon’. vaak gevolgd wordt door het voornaamwoord ‘zij’. Maar een gesprek over taal en gender is denk ik iets voor een ander moment, want ook al had ik het daar eerder al over in een blog, er valt nog veel meer over te zeggen. Getuige deze alinea achter het sterretje die nu al veel langer is dan een noot achter een sterretje zou moeten zijn.